De ‘podere’ Provinca in Micciano, een gehucht temidden van rijk beboste heuvels, olijfgaarden en graanvelden, was een week lang mijn (t)huis. Geen school, maar één huiselijke locatie voor de lessen en het verblijf met vier cursisten en een docent. Je kunt ervan uitgaan dat je min of meer gelijkgestemde medecursisten zal aantreffen: niet alleen belangstelling voor de taal maar ook voor de geschiedenis, het landschap en de bevolking. En de bereidheid om vrijwel de hele week in elkaars gezelschap te verkeren. Zo heb ik het in ieder geval ervaren met drie andere Nederlandse vrouwen en de enthousiaste Florentijnse docente Desi. Zij gaf alle vrijheid in de te behandelen stof en wist al snel interessante zaken te combineren, met natuurlijk als uiteindelijk doel zoveel mogelijk met elkaar te praten of zelfs verhit te discussiëren.
Formeel beslaan de lessen 3 uur per dag, maar je praat de hele dag Italiaans omdat de docente – uit vrije wil en tot ieders genoegen – overal bij is. Vanaf het ontbijt, tijdens de lunch, de uitstapjes in de namiddag, het gezamenlijke diner. En dan komen onderwerpen voorbij zoals het beschrijven van het landschap of hetgeen op je bord ligt, het modebewustzijn van de Italiaanse man, het gebrek daaraan bij de Nederlandse, of het grote succes in Nederland van “Il meglio gioventù”. Het was een intensieve en bijzondere ervaring. Op sociaal, cultureel, intermenselijk en gastronomisch gebied heb ik genoten en vooral heel veel geleerd. De gastvrijheid van onze Nederlandse gastvrouw en -heer en het mooie weer waren de kers op de taart.